Niets is voor eeuwig

Al jarenlang al loop ik langs dit rijtje huizen wanneer ik de hond uit laat. Het is een rijtje van 4 laagbouw woningen. De woningen zijn niet groot, maar hebben het ouderwetse voordeel van een grote achtertuin. Op de hoek woonde een oudere man. Hij stond vaak buiten en groette altijd vriendelijk wanneer ik voorbij kwam. Alweer een tijd terug is hij overleden. Zijn huisje staat sindsdien leeg. Nu zijn de andere huizen ook leeg. Op wat overblijfselen van een vorig leven na. Er komt nieuwbouw. Deze huizen waren te oud, te klein, te vochtig ook.

Buiten getuigen de spullen die zijn achtergelaten van wat eens was. Een droogrek, een emmertje voor de wasknijpers. Onkruid, niet meer ingeklemd tussen 30×30 cm beton, toont waar het tuinpad van vader ooit lag. De tegels liggen netjes opgestapeld achterin de tuin. Zij krijgen wel een tweede leven. Piketpaaltjes en markeringen profeteren van wat komen gaat. Brievenbussen zijn dichtgeplakt. De postbode wordt doorgestuurd. Jantje Beton en de Grote Clubactie zullen even moeten wachten.

Vijf nieuwbouwhuizen komen er. De “oude” bewoners mogen daar ook gaan wonen. Samen met twee nieuwe buren.

Men is begonnen met de voorbereidingen voor de sloop. Alles wordt uit de huizen gehaald en achter op een hoop gegooid. Het emmertje voor de wasknijpers is verdwenen. Ook is op het laatste moment nog de bestrating veilig gesteld. Ook bij nieuwbouw is er een tuinpad nodig.

Er zit asbest verwerkt in de huizen. Mannen in beschermende pakken zijn dit weg aan het halen. Ze zijn begonnen in het huisje op de hoek. Het huisje van de oude man. In een ander huisje schaften ze. Cup-a-soup en appelsap. Een deur doet dienst als tafel.

Buiten staan de zakken met asbestafval. Dichtgeknoopt en -getapet. Veilig. Denk ik. Gele linten met waarschuwingen. De huizen die eens een thuis waren zijn niet meer veilig.

Inmiddels is de sloop volop in gang. Dakpannen worden hergebruikt. Binnen zijn muren geslecht. Vanuit nummer 16 kijken naar nummer 20. Nog even en dit alles is niet meer.